Ik bin een Enternaar…..


Dat was me het weekje wel!
Hoe een idee werkelijkheid wordt, hoe je een Dorp in beweging krijgt n.a.v. een nummer van de band Neet Zuuver. De clip is opgenomen, de lucht is weer uit de ballen. Klinkt dit vaag, klopt, de clip ga je binnenkort zien.

Maar wat is dan die Enternaar?
Een verdraaid eigenwijs volkje, bij ons krijgt een talentenshow de naam:
“So dus iej deankt da’j wat keunt?”
Typisch Enters, om de voorronde van een pats boem show zo te gaan verwoorden.
Typisch Enters, armen over elkaar, laat jij eerst maar eens zien wat jij kan, dan gaan we ons voor jou open stellen, of niet. Eerst mar is enw kiekn wat vun vleas aw in de keupe hebt zitn.
Ben je eenmaal in het hart va een Enternaar dan zit je goed.
Gastvrijheid ten voeten uit, warm, nuchter, een “alles kan/ heb ik voor je over mentaliteit”,
met een directe humor die je ooit gaat begrijpen?!
Onder die cynische humor schuilt een klein mannetje/ vrouwtje die het allemaal niet zo bedoeld.
Soms een test…. “So dus iej deankt da’j wat keunt!”
Maar aan de andere kant een volkje waar het noaberschap heerst, waar je mensen zo gek krijgt om hele buurten te versieren, weken te timmeren, strijden om de eer voor de mooiste praalwagen. Dan een week feest vieren, Enterse Dagen! Dat alles gelukkig maar 1x in de 4 jaar, anders howt wie mekaar de köppe in! So bint wie dan ok wa wier!
Noaberschap is ook onze buurman die op het sterfbed ligt toezingen, een oproep, 100 mensen die op zaterdagmorgen en uit volle borst meezingen:
“You never walk alone”
Mijn volle borst zingen valt wat tegen, tranen veeg ik weg, wat indrukwekkend. Een raar moment, buurman wordt 53 jaar, ligt te vechten tegen zijn ziekte achter het raam, aan de andere kant van het raam de Enternaar.
Greuts ma et hatte klein!
Dat kleine grote dorp, met al haar unieke inwoners, trots om deelgenoot te zijn.
Elke dag kachel ik op en neer van Enter naar Harderwijk, voor mij is de “knik” op de A1 bij Deventer mijn “knik” moment. Bijna thoes!
Als ik een collega op het Dolfinarium vraag om even inkopen te doen in het dorp krijg ik dan ook als ietwat geïrriteerde reactie: “Maar Harderwijk is een stad” Hoeveel inwoners telt Enter, dat is pas een dorp.”

Klopt, 7000 markante Enternaren, niet te sturen, wars van regels en te dwars veurn kop!

Uit de gouden korenaren schiep God de Twentenaren
En uit het kaf en de resten de mensen uit het Westen
En toen, Hij was het bijna vergeten
Een ieder moet af en toe ook eens pittig en dwars gaan eten.
Dus met een gul gebaar,
Schiep Hij de Enternaar

Aandere Eanterse kenmoarkn zeent good wier te geewn in dit oold-Eanterse riemke:
Leare, gung noar de weare,
Um te mellekn de kau
“Gatdeare”, zea Leare,
“De titte zit tau!”

Bron oold-Eanterse riemke : http://nds-nl.wikipedia.org/wiki/Eanter

Aaannaaa….


Op een mooie zomerdag in augustus wandel ik door een klein, idyllisch dorp. De tuinen liggen er stralend bij, de straten zijn omheind door oude huizen, een mooie kerk torent in het midden van het dorp en in de viswinkel staan toeristen hun avondmaal uit te kiezen.
In het Gemeentehuis wordt ik ontvangen door een mevrouw achter de balie.
“Hallo”, zeg ik. “Ik heb een vraag.”
“Zeg het eens”, zegt ze met een dialect dat mij aan mijn moeder doet denken.
“Toen ik het dorp inreed, zag ik een bord met de tekst ‘Welkom’. Wat bedoelen jullie daar precies mee?”
“Dat je welkom bent.”
“Ja, dat begrijp ik, maar wat bedoelen jullie daar precies mee?”
“Wat we bedoelen? Dat je welkom bent, dat we willen dat je het hier naar je zin zult hebben.”
“Maar waarom?”
“Tja, we willen dat je het hier naar je zin zult hebben omdat dat…”, zegt ze en valt ineens stil. Ze draait zich om en roept over haar schouder: “Aaanaaa, wat bedoelen we precies met dat bord ‘Welkom’ aan het begin van het dorp?”
“Dat je welkom bent”, antwoordt een stem vanuit een andere kamer.
“Maar wat bedoelen we daarmee?”
“Dat we blij zijn dat ze hier zijn.”
De vrouw wendt zich weer tot mij.
“We zijn blij dat jullie hier zijn.”
“Maar waarom?”
De vrouw glimlacht onzeker en draait zich weer om.
“Aaannaaa, waarom zijn we blij dat ze hier zijn?”
“Waarom…?”, herhaalt de stem uit de andere kamer.
“Ik weet het niet; ze hebben dit dorp verkozen boven een ander dorp, dat zien we natuurlijk graag.”
“Omdat jullie ervoor hebben gekozen hier naartoe te komen”, zegt de vrouw. “Dat willen we graag.”
Maar ik geef het niet op:
“Waarom dan?”
Ik zie dat ze een beetje genoeg begint te krijgen van mijn gevraag. Ze roept de lucht in:
“Aaannaaa, waarom willen we dat ze hier naartoe komen?”
“Tja, daar zeg je me wat…ik weet het niet…geld denk ik”, zegt de stem.
De vrouw lacht en kijkt me weer aan.
“Geld, daar gaat het om.”
“Oké. Kunnen jullie dat niet op het bord zetten?”
“Nee, dat kan natuurlijk niet”, antwoordt ze direct.
“Nee, waarschijnlijk niet”, zeg ik.
Ik bedank haar en loop naar buiten de zon in.

All of our guests make us happy….
Some by coming,
others by going

Knuffel een automaat.nl

Een perfect moment!

Vakantie TIJD….


Voor iemand die lekker mag doorwerken terwijl er om me heen mensen vertrekken op vakantie/ genieten van vakantie of ons park bezoeken tijdens de vakantie.
De vraag over vakantie TIJD.
Zie hordes mensen op een ADHD wijze het werk afronden voor de vakantie, deadlines? Geen zorgen, mensen op vakantie sturen en alles komt op orde.
Mailbox leeg,bureau leeg, hark in het vet, tuin strak, was weg, huis schoon, wasknijpers op kleur aan de lijn.
Verzin het en het is op orde.
Vol gas op weg naar je vakantie adres, 2 dagen wennen aan het grote niets en dan tijd………
Bezinnen, verzinnen, zinnen verzetten.
Waarom kunnen we dit nou alleen als we op vakante gaan?
Hebben we af en toe meer tijd nodig, in de ratrace waar we met z’n allen doorheen vliegen. En maar rondjes rennen, soms struikelen, het rad hapert, we wiegen wat na om
Vervolgens als een idioot weer dezelfde rondjes te draven.
Las een geweldig artikel over de tijd.

Meer tijd nodig? Raak onder de indruk!
Het moment waarop onze mond openvalt van verbazing heeft een flinke invloed op onze gemoedstoestand. Af en toe eens goed onder de indruk zijn van iets kan ons namelijk een positief gevoel geven. Dat blijkt uit onderzoek van de Stanford University en de University of Minesota.
Onderzoekers zetten drie experimenten op. Tijdens de experimenten was er een moment waarop proefpersonen prettig verbaasd werden. Dit moment van verbazing had een grote invloed op de proefpersponen. Zo hadden ze het idee dat ze meer tijd hadden, werden ze geduldiger, minder materialistisch en waren ze sterker geneigd om vrijwilligerswerk te doen en anderen te helpen.
De onderzoekers geven als reden dat verbazing mensen in het hier en nu brengt. Hierdoor verandert onze perceptie van tijd en dus ook de keuzes die we op basis van die perceptie van tijd maken.

Krijgt toch mijn fysio gelijk, bijzondere man, die altijd plekjes weet te vinden die ik goed weet te verbergen. Nek/ schouderpartij die compleet vastlopen, dat krijg je van al dat rondjes rennen.
Dan moet je zo af en toe eens het lijf wat laten kraken, letterlijk gaat bewuste fysio op me hangen om me vervolgens in elkaar te beuken.
Onder de noemer, “Druk maar raak voor een knaak”
Na zo’n martelpartij volgen dan ook de wijze woorden: “weet je, je denkt teveel na!” Dat moet je eens wat minder gaan doen.
Eeeehm, voor iemand die als een nieuwsgierig kind door het leven gaat valt dit niet mee.
Zijn advies: “Beleef het leven als een dom blondje! Komt er iets op je pad, denk dan niet na! Verbaas je, accepteer en ga verder.
Stap één:
Dus ik zie een roze olifant. Denk als een dom blondje: “Huhn, een roze olifant, da’s gek!”
De verbazing!
Stap twee:
Om het vervolgens de accepteren en verder te gaan.
“Oké!”
Tot op heden werkt dit niet, ben blond a.u.b. langzaam praten! Sorry fysio, doe mijn best maar het denkhoofd denkt dat ie best wel mag denken, denkt ie dan hé!

Ben wel vaak onder de indruk, van inspirerende mensen om me heen, verhalen, toevalligheden.
Koop ik om zo’n manier toch mooi wat tijd terug!
Om vervolgens door te rennen zoals Nathan

Het verhaal van het potlood


Een jongetje keek naar zijn oma die een brief aan het schrijven was. Op een gegeven moment vroeg hij:’Oma, schrijf je een verhaaltje over wat wij samen hebben meegemaakt?’
Zijn oma stopte met haar brief en glimlachte, en zei: ‘Ik schrijf inderdaad over jou. Maar belangrijker dan de woordjes die ik schrijf, is het potlood waarmee ik schrijf. Ik zou willen dat je later, als je groot bent, net zoals dit potlood wordt.’
Het jongetje keek nieuwsgierig naar het potlood, maar kon er niets bijzonders aan ontdekken.
‘Maar het is een gewoon potlood, niets speciaals!’
‘Het is maar hoe je ernaar kijkt. Het potlood heeft vijf bijzondere dingen die jou -maar dan moet je ze wel onthouden- tot iemand zullen maken die altijd in vrede zal leven met de wereld:
Ten eerste: Je zult misschien grootse daden verrichten, maar je mag nooit vergeten dat er een hand is die jou leidt. Deze hand noemen we God, en Hij zal je altijd leiden volgens Zijn wil.
Ten tweede: Af en toe moet ik stoppen met schrijven, om de punt te slijpen. Daardoor heeft het potlood een beetje pijn, maar het wordt er wel scherper van. Dus je moet wat pijn kunnen verdragen, het maakt je tot een beter mens.
Ten derde: Als je met een potlood schrijft, kun je altijd uitgummen wat je fout schreef. De les is dat corrigeren wat we gedaan hebben niet slecht is, maar belangrijk om rechtvaardig door het leven te kunnen gaan.
Ten vierde: Het belangrijkste van het potlood is niet het hout of de buitenkant, maar het grafiet dat erin zit. Dus, wees steeds bezorgd om wat er binnen in je gebeurt.
Ten slotte, het vijfde wat het potlood bijzonder maakt: hij laat altijd een spoor achter. Besef goed dat alles wat je in je leven doet, sporen zal achterlaten en probeer je daar voortdurend van bewust te zijn.’

-Paulo Coelho

De kikker in de put……

Kwakend reisde het gezelschap van kikkers door het bos, op zoek naar een lekkere poel water.
Maar omdat ze niet goed opletten, vielen er twee in een diepe kuil. Geschrokken keken de andere kikkers naar beneden. Wat een diepe kuil! Daar kwamen die twee nooit meer uit:
‘Geef het maar op, want het lukt je toch nooit om eruit te komen!’
Daar lieten de twee kikkers het uiteraard niet bij en al springend probeerden ze hun geluk. Tevergeefs, de wand was steil en de kuil was echt diep.
‘Houd maar op, je vermoeit jezelf alleen maar en het lukt toch niet!’ riepen de kikkers van bovenaf naar beneden.
Een van de kikkers gaf het op, midden in zijn sprong. Hij viel naar beneden en legde ter plekke het loodje.
Maar de kikker ging door. De kikkers schreeuwden dat hij het beter kon laten. Beter rustig doodgaan dan met zoveel gedoe!
Maar de kikker ging door en sprong en sprong en sprong totdat hij -wonder boven wonder!- met geweldige krachtsinspanning uit de kuil sprong.
Hij keek de kikkers aan en zei:
‘Ik mag dan doof zijn, maar ik kon zien hoe jullie me aanmoedigden.
Zonder jullie steun had ik het echt niet gered!’
Fabel

Moraal van het verhaal:
Ach, dat kan je zelf vast verzinnen!

Ik zeg gewoon even kijken……en lachen:-)

De veren van de rabbi

Er was eens een jongen met een grote fantasie. Altijd vertelde hij verhalen over zijn vriendjes, maar vaak waren die verhalen niet zo leuk. Kortom, hij roddelde.
De ouders praten op hem in, maar de jongen bleef roddelen en kwaadspreken over zijn vriendjes. Ten einde raad vroegen ze de rabbi om raad.
Die ontbood de jongen en informeerde: ‘Waarom roddel je zo over je eigen vrienden?’
‘Ach,’ antwoordde de jongen, ‘dat zijn maar praatjes. Die doen geen kwaad en ik kan mijn woorden altijd weer terug nemen.’
‘Wie weet,’ zei de rabbi en hij praatte wat verder over koetjes en kalfjes. toen nam hij een veren kussen en zei tegen de jongen:
‘Neem dit kussen mee naar het marktplein, scheur het open en laat alle veren met de wind te laten meewaaien. kom daarna weer bij me terug.’
De jongen snapte niet waar dat goed voor kon zijn, maar het was leuk om te doen, dus hij stemde meteen in.
Op het open marktplein blies de wind de veren alle kanten uit. Ze vlogen allemaal in het rond en dansten in de wind. Wat een prachtig gezicht.
Toen het laatste veertje uit het kussen geschud was, keerde de jongen terug naar de rabbi.
‘Goed zo, zei de rabbi.
‘Ga terug naar de markt, raap alle veren weer op en stop ze in het kussen.’
‘Maar dat is onmogelijk,’ stamelde de jongen.
‘Dat heb je goed gezien,’ zei de rabbi. ‘Net zo onmogelijk als het terugnemen van al die roddels over je vriendjes die jij hebt verspreid. let dus voortaan op je woorden. Ze zijn als veren: eenmaal uitgestrooid, kun je ze nooit meer terughalen.’
-Joods verhaal

Aan jou de vraag, wat ga jij doen met je kussen, heb jij het nog in je?